donderdag 20 juni 2013

12 vragen die je jezelf eens moet stellen over de voeding van je hond

De laatste tijd krijg ik vaak de vraag: "moet ik mijn hond andere voeding geven?". Ik krijg deze vraag omdat ik sinds kort voeding aanbied in mijn webshop en gewoon ook omdat vele mensen ondertussen weten dat 'gezonde hondenvoeding' mijn stokpaardje is. Nu, op zich vind ik dat elke hond recht heeft op een gezonde volwaardige biologische en ecologische vervaardigde voeding, net zoals ik vind dat elke mens daar recht op heeft. Maar is het in alle gevallen opportuun om van voeding te veranderen of is het altijd echt nodig? Nee, natuurlijk niet... Bvb. een oudere hond hoef je echt niet meer de stress te geven van te veranderen van voeding. Maar wanneer is het dan wel echt nodig? Daarover vond ik vandaag in een boek van John Fisher (Denken als een hond) een interessant stukje: 12 vragen die je je eens moet afvragen over je hond, 12 vragen die je kunnen helpen om een antwoord te vinden op de vraag: 'krijgt mijn hond de juiste voeding?':

1. Heeft uw hond aanhoudend spijsverteringsproblemen of vaak last van allergieën voor vlooien, gras, enz.? Allergische reacties kunnen immers optreden doordat het afweersysteem van het lichaam voortdurend actief is om allergene stoffen in het voer te bestrijden. Elke extra aanval op het lichaam betekent er net een te veel. Verminder de voedeselallergenen en het lichaam kan de rest aan.

2. Laat uw hond vaak winden? Winden kunnen veroorzaakt worden doordat het voedsel niet goed wordt verteerd in de dunne darm. Te veel soja in het voedsel kan hetzelfde effect hebben.

3. Zijn de uitwerpselen onregelmatig van kwaliteit: soms te zacht, soms te stevig? Ook dit kan een aanwijzing zijn dat het voedsel niet goed wordt verteerd.

4. Is de hoeveelheid uitwerpselen tamelijk groot en ruiken ze tamelijk vies? Gewoonlijk is dit een direct gevolg van onverteerd gistend voer.

5. Slokt uw hond gulzig al zijn voedsel naar binnen maar neemt zijn gewicht desondanks niet toe? Als uw hond niet de juiste voedingsstoffen binnenkrijgt, blijft hij gulzig en slokt zijn voer naar binnen zonder enig waarneembaar gunstig gevolg.

6. Is het niveau van zijn activiteiten onaanvaardbaar, te hoog of te laag? Bij een te groot of een te gering niveau van activiteiten is er iets mis. De vraag is of het voedsel goed is uitgebalanceerd, dat wil zeggen evenwichtig van samenstelling is. Dat is niet alleen belangrijk voor de gezondheid, maar is dus ook van belang voor het activiteitenniveau.

7. Drinkt uw hond enorm veel? Dit kan eventueel duiden op een ernstig spijsverteringsprobleem.

8. Zien zijn vacht en huid er gezond uit of heeft hij voortdurend last van haaruitval? De mogelijkheid bestaat dat de eiwitten worden gebruikt voor de energievoorziening, wat ten koste gaat van gezondheid en vitaliteit. Tekorten aan vitamines of mineralen kunnen hetzelfde effect hebben.

9. Krabt uw hond zich op een dwangmatige manier achter zijn oren, op zijn borst of buik; bijt hij in zijn staartaanzet; knabbel of likt hij zijn poten en voeten; wrijft hij zijn ogen of neus langs zijn voorvoeten of over de vloer? Dit kan wijzen op een allergische reactie op het voer of op ingrediënten in het voer. Als het afweersysteem van het lichaam is geactiveerd, geeft dat signalen af naar cellen die op hun beurt de afscheiding van histamine stimuleren. Bij de hond liggen dat soort cellen vooral in voeten en poten, rond de oren, ogen en neus, aan de staartbasis en op de borst en de buik. Fanatiek likken en krabben van deze gebieden, vooral kort na het eten, kan de huid beschadigen en vatbaar maken voor infecties.

10. Eet hij steeds gras, knabbelt hij aan twijgen of graaft hij wortels uit? Dit is soms een aanwijzing dat het voedsel niet goed wordt verteerd. Door het eten van gras gaat een hond gemakkelijker braken. Een andere verklaring is dat het voedsel te arm is aan bepaalde mineralen. In grassen en planten zitten veel mineralen en de hond eet er instinctief van. Het knagen op twijgjes en zoeken naar wortels kan wijzen op een instinctieve behoefte aan meer vezels.

11. Knaagt hij op papieren zakdoekjes, toiletrollen en dergelijke of, als hij op een andere manier vernielzuchtig is, is het voorwerp dat hij stukknaagt dan altijd vezelachtig van structuur? Ook dit kan erop wijzen dat de hond een grotere behoefte heeft aan vezelrijke voedingsstoffen voor een betere spijsvertering. Een papieren zakdoekje bvb. bestaat uit de fijnste vorm van houtvezels.

12. Eet uw hond zijn eigen uitwerpselen? Ook dit kan een aanwijzing zijn dat het voedsel niet juist is verteerd. Als de voedingsstoffen niet zijn opgenomen, dan zitten ze nog in de uitwerpselen en zijn ze wat de hond betreft nog perfect eetbaar.

Bron: John Fisher - Denken als een hond!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten